Een lege back-up

Iedereen heeft ze. Kinderfoto’s van zichzelf met kleren aan waarvan je denkt: ‘Hoe konden mijn ouders me dit in Godsnaam aandoen?’ Geloof het of niet: dat pakje was toen uiterst hip. Je ouders hebben er de hoofdprijs voor neergeteld. Hetzelfde verwijt zal ook mijn vrouw en mij ten deel vallen, als onze zoontjes grote mannen zijn. Gelukkig maar.

Naast mijn columns, Heavy Metal en een overdosis kantoorslavernij heb ik nog een grotere passie. Wat zeg ik? Mijn levenswerk. Ieder moment uit het leven van onze jongens wordt vereeuwigd. De bijzondere momenten, zoals voor het eerst fietsen zonder zijwieltjes, de eerste schooldag of afzwemmen. Maar net zo goed de doodgewone momenten leg ik vast. Ravotten in de zandbak, door de speeltuin banjeren en voetballen in het park. Op mijn levenswerk wordt niet bespaard. Ik loop met een kanon van een lens achter ze aan om de mooiste plaatjes te schieten. Bewegend beeld wordt in niet minder dan full HD vastgelegd.

Ook op storage wordt niet bezuinigd. Alles wordt veilig bewaard op mijn ‘internal private cloud’. Een cloud die geacht wordt altijd beschikbaar te zijn en ook nog eens wordt geback-upt voor het onwaarschijnlijke geval dat hij kaduuk zou zijn. Want mocht dat toch gebeuren, dan heb je nog altijd een back-up van al je foto’s en filmpjes. Dan kun je snel een nieuwe cloud kopen. De kans dat je cloud èn je back-up tegelijkertijd de geest geven, die is kleiner dan dat je op één dag de Lotto en de Staatsloterij wint. Toch?

Het was even schrikken, toen mijn cloud pasgeleden niet meer reageerde op mijn computer, onze telefoons, en de mediaplayer. Herhaalde oproepen van mijn kant werden beantwoord met een doodse stilte. In paniek trok ik de meterkast open en daar trof ik mijn cloud aan: overleden. Het blauwe lampje, dat jarenlang zo fier van links naar rechts en weer terug had bewogen, net als bij Kitt van The Knight Rider, was gedoofd. Reanimatie mocht niet meer baten.

Gelukkig had ik nog mijn back-up. Alvorens een nieuwe cloud aan te schaffen besloot ik die even met mijn computer te verbinden, om zeker te weten dat mijn levenswerk nog in orde was. Lijkbleek werd ik, en het angstzweet brak me uit, toen ik tot de ontdekking kwam dat mijn back-up helemaal leeg was. Het was een folder, die heette ‘back-up’ en die bevatte helemaal niets. Leeg. Nada. Rien du tout.

Toen volgde een lange nacht. Uiteindelijk heb ik met mijn twee linkerhanden een disk pathologisch anatomisch uit mijn overleden cloudje verwijderd. Die heb ik aan een PC gehangen en zo ben ik met een recoverytooltje aan de slag gegaan. Nadat de vogeltjes begonnen te fluiten en de eerste zonnestraaltjes op mijn scherm reflecteerden, kon ik met trots constateren dat ik werkelijk ieder fotootje en filmpje uit mijn levenswerk had veiliggesteld.

Uiteraard heb ik deze allemaal op mijn nieuwe cloud gezet. Ook werd er een back-up gemaakt en heb ik deze meteen gecontroleerd. En voor de toekomst? Ja, daar ga ik eens goed over nadenken. Een strategie uitdokteren die herhaling van deze schijnveiligheid moet voorkomen. Maar eerst heb ik een fles Champagne ontkurkt. En we hebben onze jongens in het nieuw gestoken. Allebei kregen ze een veel te duur, überhip pakje aangehesen. Ze waren er stikblij mee en ze vonden het prachtig dat ik alles vastlegde op de gevoelige plaat. Of ze er over twintig jaar nog zo over denken? Dat kunnen ze dan zelf beoordelen. Gelukkig maar.