Genaaid door Charlie

De media stonden er bol van, donderdag. VVD-kamerlid Charlie Aptroot had verkondigd dat ProRail moest worden ondergebracht bij Rijkswaterstaat. Want het wegbeheer was veel beter dan de prestaties van ProRail, vond Aptroot, en bij ProRail was het een bende.

Ik had niet de minste behoefte om meteen te reageren. Want meer dan een populistisch praatje voor de vaak aan het begin van de verkiezingstijd, is de uitspraak van Aptroot niet. Eerst maar even over het wegbeheer in ons land. Het is stuitend dat een brug over het Gooimeer naar Almere langdurig moest worden afgesloten voor vrachtauto’s wegens bouwvalligheid. Het is een aanfluiting dat door allerlei gesteggel Rijksweg A4 al sinds jaar en dag ophoudt in een grasveld bij Delft. En het aantal doden en zwaargewonden is per reiskilometer op de weg een heel groot veelvoud van dat op het spoor. De stelling dat het spoor bij Rijkswaterstaat in goede handen zou zijn, is dus kletskoek. En bovendien afkomstig van een VVD’er die de enorme bezuinigingen op het OV, en ook op het beheer- en onderhoudsbudget van ProRail van harte steunt, maar tegelijkertijd kapitalen besteedt aan het asfalt in het land.

Maar wat zijn eigenlijk de problemen van ProRail? Even voor de vuist weg. Het bedrijf heeft last van een brain drain. Bijna al het onderhouds- en nieuwbouwwerk besteden ze uit. Daardoor gaat vroeg of laat de technische kennis bij ProRail verloren. Verder wordt ProRail, zoals ik net ook al schreef, getroffen door bezuinigingen van vele honderden miljoenen. En tot slot is het aantal kilometers dat de treinen afleggen in verhouding tot de beschikbare hoeveelheid spoor echt kolossaal. De druk op het spoor is dus enorm. En al die problemen los je niet op door van het staatsbedrijf ProRail een ambtelijke dienst te maken. Om die problemen op te lossen, zijn andere maatregelen nodig. Het gaat niet om nationaliseren of privatiseren, maar om budget, kennis en toezicht. En in tegenstelling tot wat Aptroot beweert, is de minister gewoon de baas bij ProRail. De directeur van ProRail meldt zich iedere week bij de minister op kantoor.

Er is nog iets anders aan de hand. Spoorvervoerders wijzen bij problemen vaak naar ProRail. Straks wijzen ze dus, als het aan Aptroot ligt, naar Rijkswaterstaat. En dat moet dus afgelopen zijn. Spoorvervoerders zijn zélf verantwoordelijk voor het wel en wee van de passagiers. Daarom vind ik dat ProRail moet worden omgevormd tot iets in de trant van een  coöperatie. Zoals een melkfabriek of een meelfabriek die wordt bestuurd door de veehouders of graanboeren. Dan kunnen de vervoerbedrijven bepalen, welke kwaliteit ze willen en hoeveel dat dan mag kosten.

Maar goed, dat zijn mijn meningen, en haast is er niet bij.

Waarom ik dan nu toch nog in het toetsenbord ben geklommen? Gisteravond werd een lange reeks sein-, wissel- en andere storingen overtroffen. Utrecht zonder treinen. Urenlang. En Utrecht gestremd, betekent feitelijk het halve land gestremd. Al gebiedt de eerlijkheid mij te zeggen, dat ook de veel te ingewikkelde personeelsroosters bij de NS daarbij een rol spelen. Sinds ongeveer een jaar heeft ProRail een nieuwe directeur. Marion Gout. Iemand met absoluut goede intenties, iemand die hard aan de slag wilde om een einde te maken aan de lawine van storingen waar de treinpassagier mee wordt opgezadeld. Dat is niet in een week gerealiseerd. En ook niet in een maand. Maar nu, een klein jaar na de komst van Marion Gout, zie ik nog steeds geen verbeteringen aan de betrouwbaarheid van het spoor. En dat, eerlijk gezegd, baart mij grote zorgen.

En vanuit die bezorgdheid vind ik dat ik niet kan blijven zwijgen. Ik geef uiting aan mijn grote ongerustheid. Niet om mee te huilen met de wolven in het bos, maar vanuit oprechte ongerustheid.