Het heeft geen zin

Even met het huis van de spellchecker gebeld: “Goedemorgen, Oplopers hier. Bennootje in de buurt?”

De vriendelijke vrouw des huizes vroeg mij om een moment geduld. Bennootje was drukdoende met een scheerapparaat om zijn altijd verzorgde uiterlijk up to date te houden. Maar na korte tijd kreeg ik de charmante steun en toeverlaat van onze columnrubriek aan de lijn. Vriendelijk vroeg Bennootje mij, waarmee hij mij van dienst kon zijn. “Weinig, Bennootje. Het gaat over de spelcheck van mijn column, Je bent er snel klaar mee, want ik houd het kort.” Verbaasd stelde de gelauwerde eindredacteur dat hij dat van mij niet gewend was. Immers, ik stond bekend om mijn breedsprakigheid in woord en geschrift. Vandaag lag dat anders, legde ik uit: “Het heeft allemaal geen enkel nut. Ik kan voor de zoveelste keer schrijven dat het afgelopen moet zijn met die veiligheidsgebreken op het spoor, maar de inkt is nog niet droog, of de volgende treinbotsing is al bijna een feit. En als ik wat harde woorden aan het oprekken van de waarheid besteed, krijg ik een pissige NS’er aan de lijn die een rectificatie eist. Of die mafketels in de Tweede Kamer. Dat ik moet toekijken hoe die Jolande Sap door uiterst stom optreden zich dat voorlopige begrotingsakkoord door het duo Samsom en Roemer uit de handen laat slaan. Of hoe zo’n droplul van de SGP tot op het bot beledigd is omdat zijn flauwekulpartij nu niet meer meetelt. Wat ik ook opschrijf, het blijft een stelletje zwakzinnigen bij elkaar, onze volksvertegenwoordigers.” Geschrokken wierp onze Bennootje tegen, dat mijn opvattingen over ons nationale wel en wee er beslist toe doen in onze columnrubriek. Maar ik was niet overtuigd: “Hoe vaak ben ik nu van leer getrokken tegen die prutsers bij het OM? Ik geloof mijn eigen ogen niet. Twee verdachten van een roofoverval zijn vrijgelaten. Waarom? Hun zaak diende, maar men was vergeten om ze uit te nodigen. En bij de zaak over die aanslag op het gerechtsgebouw in Amsterdam werd gewoon de verkeerde verdachte voorgeleid. Die had er helemaal niets mee te maken. Dus ik kan schrijven wat ik wil, het leidt allemaal tot niets. Woensdag wilde ik op Nederland 1 naar mijn wekelijkse detective kijken. Bleek te zijn geschrapt voor een programma van de TROS. “Frans Bauer in Ahoy.” In het gebouw van de Radboud Universiteit in Nijmegen heeft een bewaker kunst van de muur gehaald en weg gesodemieterd. De platschedelige beambte dacht dat zijn neefje van 4 dat ook kon, denk ik.” Bennootje vroeg mij, hoe hij mij kon overhalen om toch nog wat te maken van het columnistenvak. “Sorry Bennootje, geen schijn van kans. Het heeft geen nut. Zolang hufters als Maxime Verhagen bij Pauw en Witteman nog hun liegverhalen mogen vertellen zonder dat ze meteen een knal voor hun harses krijgen, heeft dat geschrijf van mij geen enkel nut. Sorry. Het heeft geen zin.” Verdrietig verbrak de spil van onze columnistenclub de verbinding.

Ik heb nog lang voor me uit zitten staren. In gedachten verzonken, met de telefoonhoorn nog in de hand.