Uitgaan, Noren, Fuck Off en Schiphol

The following takes place between July 1st, 8 PM, and July 2nd, 9.30 AM.

Voor een vierdejaars student ga ik opmerkelijk weinig uit. De weekenden vol Amersfoortse en Utrechtse clubs, café's en bierhuizen liggen feitelijk alweer jaren achter me. Daarom zei ik direct ja, toen mijn collega's me mee uit vroegen. Het bleek dat de Amersfoortse binnenstad, de Boothill in het bijzonder, veel minder druk was dan enkele jaren terug. “De stad is doodgebloed”, werd me meermalen gezegd. “Degenen die vroeger altijd kwamen gaan nooit meer uit.”

We hadden een prima tijd. Voor het eerst in mijn leven poolde ik vijf ballen achter elkaar in de pocket (om de rest van het potje te verprutsen), mijn collega's deden allerhande informatie uit de doeken die zonder alcohol nooit naar boven zou zijn gekomen, de ene na de andere ronde drankjes werd neergezet en opgezopen. Rond een uur of drie waren alleen Cees en ik nog over, die voorstelde om naar de Flame te gaan.

Zo gezegd, zo gedaan. De kroeg bleek in handen te zijn van de Hell's Angels Amersfoort, hetgeen ook de reden was dat wij bijzonder snel en zenuwachtig door de bardame van de 'lounge-banken' werden gejaagd, omdat daar nu eenmaal alleen grote bebaarde mannen in leren pakjes mogen zitten. Terwijl we een praatje maakten met de bardame, kwam een blonde jongen naast ons staan, om in het Engels “another plank of beer” te bestellen. “It's called a meter”, zeiden we in koor. De jongen lachte. “So it's exactly one meter of beer?” “Yes. Where do you guys come from?” “Norway. The name's Eirik.” “Cees.” “Bert. Welcome.”

Meteen was ik geïnteresseerd. Ik had eerder al met Zweden, Finnen, Letten, Duitsers, Zwitsers en Polen gezopen, maar Noren stonden nog op mijn bucket list. Het bleek een groep van een stuk of acht Noorse gozers en één Deen te zijn, die naar Nederland gekomen waren om de Nederlanders uit hun World of Warcraft-guild te bezoeken. Ze werden als een stel jonge eendjes geleid door een nerdy, maar (in elk geval door de bierbril) mooi blond meisje, Annemarie geheten, en een jongen wiens naam ik me niet herinner. Toen de Noren vertrokken uit de Flame nam ik afscheid van Cees.

In de kroegen die we erna bezochten had ik op de één of andere wijze sjans met het meisje. Dat vond ik in het geheel niet erg. Toen we weer een kroeg en een halfuur later de Cuba Libre in probeerden te komen liep ik zo langs de bewakers, maar wachtte ik vergeefs op de rest. Het bleek dat niet alle Noren 21 waren en daarom niet naar binnen mochten. Dus liepen we weer: van de Hof langs de Varkensmarkt richting Leusderweg. Ondertussen lieten de Noren me van alles in het Noors zeggen en wist ik zelfs min of meer een discussie op verantwoord niveau te voeren over Old- en Nynorsk. Zo'n beetje bij de stadsring aangekomen kwam Annemarie, die een eindje voor twee Noren en mij uit liep, naar me toe.

“Ja,” zei ze met een plotselinge kilheid waar ik bijna van schrok, “ik weet niet wat jíj gaat doen maar deze Noren zijn de hele dag al in de weer, ze komen net van Schiphol af. Dus ehm, we gaan slapen, en het lijkt me geen goed idee dat jij mee blijft lopen. Begrijp je wat ik zeg? Is het een beetje duidelijk?” Stomverbaasd door de ergerlijk moederlijke houding en de hautaine toon die ze aansloeg, zei ik niet meer dan “ehh, ok?”
“Ok,” knikte ze, “dan is dat duidelijk, mooi, hè, top, goed. Hee, hoi, hè? Of eh, doei!” Ze gooide er de ergste fake-glimlach tegenaan die ik ooit had gezien en liep snel weer weg. Ik vroeg me af waar ik het aan had verdiend, daar haar arm geen halfuur eerder nog veelvuldiglijk contact had gezocht met mijn lichaam.

“Well Eirik, she just told me to fuck off, essentially.”
“Really?”
“Yeah. And in a quite rude way, too. I'm Dutch so I know all about being rude, but this was... very rude. I wonder what I did to justify it.” Omdat Annemarie blijkbaar haast had, was ze snel uit het zicht verdwenen. Eirik vroeg dé vraag die toeristen je altijd voorleggen als je Nederlander bent. Ja, ik had wel wat wiet bij me, ja. Na een jointje gerookt te hebben met de twee Noren die nog over waren van de kudde van zo-even, kwamen er nog een aantal aanzetten met de Nederlandse gozer erbij. Die ook meteen naar me toe liep, als had ik ebola. “Zeg, wij gaan pitten, weet niet wat j...” “Ja, ja, ik ga zo naar het station, het is wel duidelijk.”

We namen afscheid, ik wenste ze een fijne vakantie. Vervolgens liep ik naar Amersfoort NS, waar ik rond kwart over vijf aankwam. Lopen naar huis zou anderhalf uur duren, wachten op de eerste bus twee uur, de taxi 17+ euro. Ik besloot ergens op een bankje in het verwarmde en verlaten station te wachten, tot ik een maagdelijk verlaten en helverlichte trein zag staan. Op de bordjes geen reisinformatie, dus ik dacht: dat zit snor. Hooguit eindig ik op het rangeerterrein hier even verderop. Omdat de angst voor conducteurs ook met veel bier niet weggespoeld kon worden checkte ik netjes in, liep de trein in, deed ik mijn schoenen uit, en was ik voor ik het besefte in dromenland.

Toen ik mijn als schuurpapier voelende oogleden weer opsloeg en de kilo's zand eruit wreef, was ik volslagen gedesoriënteerd. Naast de vierzits waar ik nog altijd in een rare kronkel op lag te slapen, zaten ouders met vrolijk rondrennende kinderen. Verderop in de coupé nog meer mensen. Ik keek op mijn mobiel. Tien over zeven! De bus zou nu wel klaar moeten staan. Ik snelde de trein uit, zag een uitcheckpaaltje. PIEP – vijf euro vijftig?! Toen er iets begon te dagen wilde ik mijn slaapcoupé weer in kruipen, maar hoorde ik de deuren achter me dichtslissen en de trein vertrekken.

“Leedies en djentelmen”, hoorde ik meteen daarna door de luidsprekers in Hollands Engels, “de sevun o'klok Bie Ee flaait from Londen hes just lèènded et gate...” “No way”, mompelde ik, maar toen ik naar het metro-achtige ondergrondse station om me heen keek, wist ik al genoeg. Schiphol. Ik ging op de roltrap staan en liet mezelf naar boven brengen. Met een gortdroge keel, bloeddoorlopen ogen, hoofdpijn ad nauseam en een diep verlangen direct weer in slaap te vallen, kwam ik erachter dat Schiphol één van de minst katervriendelijke plekken is waar ik ooit wakker ben geworden. Nergens kon ik iets anders dan koffietentjes ontwaren, alles zo ver van elkaar verwijderd dat het post-dronken erheen sloffen haast onmogelijk ver lijkt.

In de wc's deed ik een bijzonder grote boodschap en waste mezelf zo'n beetje. Mijn ongeschoren, rode harses zag er werkelijk niet uit; mijn krullen stonden alle kanten op, als een slechte combi van een blanke neger en een clownspruik. Zoals altijd na het uitgaan waren ook mijn handen ronduit vies. Ik waste ze zo goed als het ging en liep naar het Hema-standje middenin de hal. Daar verkochten ze naast koffie ook van die geconcentreerde vruchtensapjes, met zo veel vruchtvlees erin dat je er haast op moest kauwen. Met mijn drankje deed ik gauw nog een sigaret tussen de blije, fris uitziende, wakkere reizigers.

In de trein naar Utrecht probeerde ik opnieuw in slaap te vallen, hetgeen bijna lukte toen op Amsterdam Zuid de trein erg lang stilstond en uiteindelijk de conducteur vertelde dat “deze trein helaas terug moet naar Schiphol, omdat er bij Holendrecht een aanrijding met een persoon is geweest.” Dus terug. Weer tegen mijn wil op Schiphol, weer in een andere trein. Uiteindelijk lag ik om tien over half tien in mijn bed; de dekens hadden nog nooit zo warm gevoeld. Toen ik om kwart over zes 's avonds wakker werd moest ik me alweer haasten om een housewarming in Hilversum bij te wonen, daarmee compleet onbedoeld voor de tweede keer die dag Hilversum NS aandoend.

Laat staan de bezoekjes aan Utrecht, Amsterdam, en Amsterdam opnieuw. Mocht u in dit verhaal een moraal zoeken, een boodschap, dan kan ik er verschillende aangeven: nooit in een trein stappen als je op de bus wacht; in Hell's Angels-café's moet je niet op hun plekken gaan zitten; Noors is een taal die qua uitspraak verrassend veel van Nederlands en andere Germaanse talen weg heeft; blonde WoW-meisjes kunnen sneller van gedachten veranderen dan ze digitale monsters kunnen slachten; Schiphol is een bijzonder kater-onvriendelijke plek; een Facebook-update hierover veroorzaakte meer leedvermaak-likes en comments dan welke update eerder ook; en, de meest Nederlandse levenswijsheid: met bijna 13 euro voor het treinritje had ik achteraf tóch beter de taxi kunnen pakken. Of in de goedkopere trein richting Ede gaan zitten.