Stoned/De wietpas van Opstelten

Als het aan veiligheidsminister Opstelten ligt, gaat het Nederlandse softdrugsbeleid zo snel mogelijk op de schop. Prima, daar zijn genoeg redenen toe. Bijvoorbeeld de grote hoeveelheid drugscriminaliteit in het Brabantse en Limburgse land en de vele drugsrunners in de grensstreek. Belangrijker nog: de inconsequentie van het huidige beleid. Waarom is er nog nooit een kabinet geweest dat hier wat aan heeft gedaan? Wel de verkoop en het gebruik van wiet toleren, maar de kweek verbieden;  een stonede kleuter ziet de crux. Vreemd genoeg wil Opstelten van alles veranderen, maar verhelpt hij niet de inconsequentie.

Als je als minister graag wat wil veranderen in het beleid, doe het dan goed. Het probleem is echt geen Gordiaanse knoop. De keuze is simpel: óf je legaliseert de hele boel (dus ook de kweek) óf je verbiedt alles (ook het gebruik). Het beleid van Opstelten neigt naar het laatste, maar dan weer ouderwets halfslachtig. Een pasjessysteem, het sluiten van veel coffeeshops omdat ze binnen loopafstand van scholen liggen en een kleine handelsvoorraad drugs voor de overgebleven shops: het is niet alleen een proefballonnetje van Opstelten, het gaat fungeren als een test. Faalt de nieuwe aanpak, dán moet softdrugs verboden worden. Het kabinet lijkt het niet aan te durven om direct het gedoogbeleid in de ban te gooien, maar gebruikt deze kromme constructie om het gelijk te krijgen. Als de nieuwe plannen niet het gewenste resultaat opleveren, zegt dat enkel iets over de nieuwe plannen, niet over wat de beste oplossing is voor de drugsproblematiek. Het kabinet toont zich echter standvastig: dit is het beleid en dit beleid gaat er komen.

Standvastig kun je gerust vervangen voor hardleers. Het lijkt alsof Opstelten doof is voor de kritiek en de tegenargumenten op zijn beleid. Het pasjessysteem zal er komen, ook al belooft het een faal van jewelste te worden. De algemeen gedeelde zorg van verschillende burgemeesters en deskundigen is dat niemand meer drugs gaat kopen in de shop, maar dat de verkoop zich verplaatst naar de straat, waar er geen enkele controle op de kwaliteit en hoeveelheid is. Nog meer criminaliteit, nog meer verspilde politiecapaciteit. Al is die straatverkoop misschien niet eens nodig; de pasjes zijn waarschijnlijk binnen afzienbare tijd gekraakt en een levendige handel in neppasjes zal het gevolg zijn. Dankzij onze ICT-bekwame overheid zullen bovendien de geregistreerde gegevens van coffeeshopbezoekers ongetwijfeld vroeg of laat een keer op straat komen te liggen; iets wat niet bepaald gunstig is voor iedere gebruiker die zijn ziekenfonds graag wil behouden.

Nu kun je zeggen: "Als het pasjessysteem inderdaad faalt, kan het altijd weer worden teruggedraaid." Dat is waar, maar we zijn dan wel vele miljoenen verloren euro’s verder. In een tijd van grote bezuinigingen is dat onnodige verspilling. Dat terwijl het legaliseren van drugs juist vele miljoenen op kan leveren. Eerder dit jaar schreef Frits Bolkestijn in de NRC een opinie-artikel waarin hij pleit voor het opheffen van een verbod op soft- en harddrugs. Niet alleen staat het artikel vol zinnige argumenten, het werd ondertekend door een aantal vooraanstaande mensen op het gebied van drugs en strafrecht. Legalisering levert niet alleen veel geld op, het vermindert de criminaliteit en verhoogt de kwaliteit van de drugs. Drugsgebruik neemt niet toe door legalisering; enkel de vervelende gevolgen ervan nemen af. Opstelten lijkt niet te willen luisteren.

Veel sterke tegenargumenten heb ik niet gehoord. Behalve het waanidee dat het aantal drugsgebruikers explosief zal stijgen bij legalisering, is een van de belangrijkste tegenwerpingen de internationale positie van Nederland. Het is een debiel argument. Als legaliseren vooral positieve resultaten blijkt te hebben, is het beleid ook goed te verkopen aan het buitenland. Daarbij: de VS hebben martelgevangenissen, Italië heeft een seksueel gestoorde regeringsleider en België heeft eeuwige verdeeldheid, zonder dat dit de internationale positie substantieel lijkt te schaden. Vormt een progressief drugsbeleid dan wel een onoverkoombaar probleem? Ons land staat wereldwijd toch al bekend om de tulpen, de hoeren én de wiet. Uit het eerder genoemde artikel van Bolkestein citeer ik: ‘Bij beperking van de proefprojecten tot Nederlandse ingezetenen valt geen onoverkomelijke Europese weerstand te vrezen. Met bekwaam diplomatiek handwerk kan juist interesse worden gewekt. Overal heeft men immers dezelfde problemen. President Obama heeft verklaard dat hij het drugsbeleid zal stoelen op zakelijke, niet op ideologische basis. Het internationale politieke getij oogt zeldzaam gunstig.’

Het is jammer dat er met zoveel afschuw naar ieder progressief idee wordt gekeken, dat de meest zinnige oplossingen niet eens onderzocht worden. Na harde bezuinigingen op cultuur, onderwijs en zorg, maakt het verse kabinet Rutte de fout om een potentiële geldbron af te dichten en softdrugs weer het criminele circuit in te helpen. Het gedoogbeleid door het gedoogkabinet: veel triester gaat het niet worden.