De Voyeur

Onlangs was bij EenVandaag een jong stel dat werd geïnterviewd over hun financiële situatie met betrekking tot de bezuinigingsvoorstellen. Het nog zeer jonge stel had een eigen huis en natuurlijk werd de vraag gesteld hoe ze tegen de beperking of afschaffing van de hypotheekrenteaftrek aankeken. Het stel was daar erg bezorgd over. Ik snapte dat niet. Die beperking of afschaffing gaat over huizen vanaf € 500.000 en zo’n woning hadden zij niet. Ze hadden zich dus blijkbaar nog niet voldoende verdiept in de situatie, terwijl ze wel een eigen huis hadden. Maar tijdens het kijken en luisteren naar dat interview moest ik ineens weer aan de tijd denken dat mijn vrouw en ik pas getrouwd waren.

Mijn vrouw was 18 en ik 23 toen we trouwden. Dat zullen jullie misschien jong vinden, maar ik had helaas een lange zanguitvoering in de kerk gehouden en daar had zij haar buik vol van gekregen. Condooms waren er wel in die tijd, maar je gaat toch ook niet met je sokken aan naar bed? De pil was nog niet gebruikelijk. En omdat we geen van beide bindingsangst hadden, vonden we dat we dan ook maar moesten gaan trouwen.
Van de bruiloft zelf weet ik niet veel meer, omdat ik de hele dag met een enorme kater heb rondgelopen. De avond voor de bruiloft had namelijk mijn aanstaande schoonzus mijn vrijgezellenfeest geregeld. Dat was achteraf gezien natuurlijk oliedom geweest. Het enige dat ik me nog goed kan herinneren, was de ambtenaar van de burgerlijke stand. We trouwden in Amsterdam en de man beklonk het huwelijk door met een soort voorzittershamer op zijn bureau te slaan. Dat was niet goed voor de hoofdpijn die mijn kater vergezelde.
De beginjaren van ons huwelijk kan ik me wel nog heel goed herinneren.

We konden niet bij onze ouders blijven wonen en dat wilden we uiteraard ook niet. Maar een eigen woning kopen? Je mocht blij zijn als je een redelijke etage kon huren. Zeker als je een van een minimuminkomen moest leven. Mijn vrouw werkte voor ons huwelijk bij Düngelmann in een zijstraat van de Kalverstraat in Amsterdam, maar we gingen in Den Haag wonen, omdat ik daar werkte en daar kon ze niet bij Düngelmann terecht. Zelf werkte ik als fotolaborant bij de Octrooiraad in Den Haag. Ik had toen nog geen diploma’s buiten mijn zwemdiploma’s en een gymdiploma. Als fotolaborant maakte je kopieën uit octrooigeschriften. Er bestonden nog geen fotokopieerapparaten, dus het ging met camera’s, ontwikkelaar, fixeer, spoelbakken en een droger. We maakten ongeveer 150 fotokopieën per dag. Kun je het je voorstellen?
Mijn vrouw werd huisvrouw en van dat ene minimuminkomen konden we net een zolderkamer in een herenhuis betalen. Ik speelde wel in een semiprofessionele band, maar dat bracht vrijwel niets op. Dat herenhuis stond wel in een van de rijkere buurten van Den Haag, het Statenkwartier, maar ik denk dat wij daar een van de armste families waren. Het uitzicht was wel fantastisch. We woonden twee hoog en je keek uit op de Bosjes van Poot en Houtrust. Aan de overkant van de straat was het verversingskanaal. Dat heette zo, omdat het strontgemaal er in loosde. Echt verversen was het dus niet. Er werden wel eens roeiwedstrijden op gehouden. Er was dus heel wat te zien, maar zomers was het in die kamer 95 graden en ’s winters -95. Of zoiets. De bovenverdieping van dat herenhuis had nog twee kamers, maar die konden we niet huren. Toch hadden we in een van die kamers onze kleerkast gezet.

Het huis was van een oud Indonesisch mannetje, dat geen ruk uitvoerde. Hoewel, een ruk deed hij nog wel, maar daarover later meer.
De begane grond werd gehuurd door een verpleegster. Die had in haar eentje dus meer dan wij met ons tweetjes en later met ons drietjes. Op de eerste verdieping woonde aan de voorkant de huisbaas zelf en de zeer grote achterkamer werd gehuurd door een homo. Met die verpleegster hadden wij nooit contact, maar met die homo hadden we een heel goed contact. We deelden ook de keuken, wc en douche met hem en de huisbaas. De verpleegster had dat allemaal zelf. De huisbaas leefde dus eigenlijk van de huur die hij ontving.

Nu was die ene kamer natuurlijk al niet echt een succes. Voor mij ging het nog wel omdat ik overdag werkte, maar mijn vrouw werkte niet en later kwam er nog een dochter bij. Gelukkig woonde mijn moeder niet ver weg, dus daar ging ze regelmatig op bezoek en zo konden we het nog wel uithouden met dat ene kamertje. Maar er was nog iets dat op je zenuwen ging werken. De huisbaas.

De man liep bijna de hele dag in zijn kamerjas met een pyjama er onder. Nu was dat niet zo erg omdat hij toch alleen maar in zijn kamer zat, maar als mijn vrouw en ik eens leuke bedspelletjes gingen doen, en dat was nogal vaak, dan kwam hij ineens naar boven. Het kleine kamertje aan de voorkant gebruikte hij om zich om te kleden en de andere zolderkamer was zijn rommelkamer en er stond een wasbak waar hij zich aan waste.
Het viel ons echter op dat hij altijd net naar boven kwam om zich aan of om te kleden als wij ons juist veel meer bezighielden met uitkleden. We gingen dus op een dag maar eens dat kamertje onderzoeken en vonden er een gaatje in de muur waardoor je precies op ons bed kon kijken.
Nu weet ik niet hoe het met jullie is, maar ik wil me altijd volledig kunnen concentreren op de dingen waar ik mee bezig ben en als ik  weet dat er in de kamer naast iemand door een gaatje naar mijn blote kont staat te gluren, dan lukt dat niet erg. We konden natuurlijk dat gaatje dichten, maar dan zou hij waarschijnlijk gewoon een nieuw gaatje maken. Dus gingen we dan maar uit zijn blikveld op een stoel zitten en maakten we een tijdje neukgeluiden. Net zolang tot we hem de trap af hoorden gaan en dan kon het echte werk beginnen.
De man zou in deze tijd een waar paradijs op internet hebben gevonden. Hij zou nu zijn kamer niet meer hoeven te verlaten als hij een pc zou hebben. Maar ik denk dat hij zo langzamerhand wel vanuit de hemel aan het gluren is.

Als het nu alleen nog maar dat was geweest. Maar de man ging ook nog eens op de meest krankzinnige momenten moeilijk doen.
Hadden we net eens een lekker blow- en zuipfeestje, kwam hij weer in zijn pyjama boven om te zeggen dat zoiets echt niet kon. Nu waren de meeste feestgangers muzikanten uit Haagse bandjes met hun groupies en die doen gewoon wat er in ze opkomt. Dus dan zeiden ze tegen de huisbaas dat het geen pyjamaparty was en dan droop hij weer af. De goede man had zelfs last van de papagaai van de homo. Dat kwam hij vertellen toen wij net samen met de homo stonden te koken in de keuken op die etage. Nu had die homo ook al heel wat ervaring met de huisbaas, dus die werd er niet koud of warm van en antwoordde: “Ik zal het tegen de papagaai zeggen.” De huisbaas was dus wel tot last, maar wij trokken ons er niet veel van aan.
Erger werd het toen de wastafel in onze kamer verstopt raakte. We waren genoodzaakt er een emmer onder te zetten en die beneden in het toilet te legen als hij vol was. Bovendien was die kamer niet erg gezond voor een baby. Het was of snikheet, of steenkoud en het tochtte altijd. Ons dochtertje moest op een gegeven moment opgenomen worden in het kinderziekenhuis met een fikse oorontsteking en het werd nog net geen hersenvliesontsteking. We vonden het dus na twee jaar tijd om het maatschappelijk werk maar eens in te schakelen. De maatschappelijk werkster wist niet wat ze zag toen ze bij ons kwam kijken. Bouw- en woningtoezicht werd ingeschakeld en we hoefden de eerstvolgende maanden geen huur meer te betalen. Maar er gebeurde nog iets veel mooiers. We kregen na een paar maanden een vierkamerflatje in Rijswijk op medisch attest. Tegenover een park nog wel. Het leek wel een kasteel.
We waren zo blij, dat er zomaar nog een dochter bijkwam.

In die tijd waren er veel van die huiseigenaren die de meeste kamers van hun woning verhuurden. Ook aan jonge gezinnen. Het waren vaak huisjesmelkers, maar ik denk niet dat ze ook allemaal gluurden. Tegenwoordig willen ook jonge gezinnen het liefst meteen een eigen koopwoning. 

Deze week fietste ik naar de Rottemeren. Dat had ik een paar jaar niet gedaan. Tot mijn verbazing merkte ik dat Pijnacker, Berkel en Rodenrijs en Bleiswijk inmiddels aan elkaar zijn gebouwd, terwijl er een paar jaar geleden nog heel veel open weilanden tussen lagen. Ik denk daarom niet dat er nog veel jonge gezinnen op een kamertje gaan wonen in het begin van het huwelijk.