Ongeleid projectiel

Ik zie de draaikonterij van Nout Wellink op tv. Het irriteert me. Het hele bankwezen is bedekt met een dikke laag stof. Als buitenstaander zie je nauwelijks wat zich daaronder afspeelt. Probeer je het stof weg te blazen, dan komt het in je ogen en raak je even verblind. Tegen de tijd dat je je ogen weer opent, zie je het plaatje dat de driedelig grijsgestreepten je graag willen laten zien. Het is tijd dat iemand daar de boel eens flink opschudt.
I know just the guy!

Laten we hem maar even Mats noemen. Nee, hij heeft geen chique naam, geen dubbele achternaam, hij is niet van adel, heeft geen interessante familiehistorie. Hij is gewoon iemand die met zijn Hbo-opleiding op zak keihard voor een multinational aan de slag ging. (Geen universitaire opleiding dus, wat hem per definitie in het bankwezen enig dedain zou opleveren.) 

Op 35-jarige leeftijd was Mats al commercieel directeur van een gigantisch bedrijfsonderdeel van de multinational, en verantwoordelijk voor vele miljoenen omzet. Hij oogde als een jonge vent, was klein in de lengte maar al vrij kolossaal in de breedte. Prachtige blauwe ogen die matchten met zijn stropdas. (Als vrouw let je toch op dat soort dingen, of je nou wilt of niet.)

De man sprak met zo’n power en enthousiasme! Dat had ik in al die jaren dat ik voor het ingedutte bedrijf werkte, nog nooit meegemaakt. Mats trad regelmatig buiten de gebaande wegen. Procedures interesseerden hem ‘geen bal’. Dat was een voordeel, maar soms ook een nadeel. Als iedereen al maanden aan een commerciële actie had gewerkt, en de folders waren nog net niet in een oplage van zes miljoen verspreid, kwam hij om zeven uur ‘s avonds je kantoor binnen, smeet een folder op je bureau en foeterde dan: “Deze folder is KUT! Helemaal NIKS! Alles moet overnieuw!”
Heel lange werkdagen maakten we daarna...

Mats was op meerdere fronten een ongeleid projectiel. Het mooiste voorval was ’s ochtends vroeg bij de parkeergarage van ons bedrijf, midden in de stad. Parkeerplaatsen waren schaars, en op functie vergeven. De gelukkigen konden met hun bedrijfpasje de slagbomen van parkeergarage openen.Mats kwam die ochtend - met een toch al hoog testosterongehalte - in zijn Volvo V70 aangescheurd. Vijf voor negen ’s ochtends, hij zou nog net op tijd zijn voor zijn afspraak om negen uur. Maar helaas: pasje vergeten. Hij drukte op de intercom bij de slagboom van de parkeergarage.
“Beveiliging, zegt u het maar.”
“Ik ben Mats, directeur consumentenmarkt, mijn pasje ligt nog op kantoor. Wilt u mij alstublieft even erdoor laten. Ik heb zo een afspraak.”
Dat wilde de beveiligingsman niet. Want iedereen kon wel zeggen dat hij Mats de directeur was. Er ontstond een korte discussie. De tijd tikte door. De beveiligingsman was onvermurwbaar. “U moet maar even in de wijk parkeren.” Daar was nooit plek, dat was algemeen bekend.
Na tien minuten was Mats het zat. “Bekijk het maar!”
Hij reed tien meter achteruit, zette de Volvo in de eerste versnelling en trapte het gaspedaal diep in. Hij reed dwars door de slagboom. Op kantoor liep hij bij zijn secretaresse binnen, en smeet zijn sleutelbos op haar bureau.
“Bel de leasemaatschappij dat ik schade heb, en zeg tegen beveiliging dat ik de slagboom kapot heb gereden. Boek de kosten maar op onze afdeling. Is mijn afspraak er trouwens al?”

Helaas was hij net zo’n ongeleid projectiel richting de Raad van Bestuur. De grijze pakken konden dat niet waarderen. Natuurlijk vonden ze een stok om mee te slaan en na een uitgebreid afscheid en een handdruk van een paar miljoen scheidden hun wegen. Mats werkt nu als interim-manager. Die rol past ook beter bij een ongeleid projectiel. Ik hoop dat hij zich in de bankwereld gaat verdiepen.
Draaikonten zoals Nout Wellink: hij zou ze billenkoek geven.