Sinterklaas kapotje

Tijdelijke UserIconDoe mee met de FOK!-Sinterklaascolumnwedstrijd. Raad welke columnist welke column heeft geschreven, en schrijf je vermoeden in de comments onder de columns! Alle columns waarvan jij de schrijver kunt proberen te achterhalen, worden gepost onder het pseudoniem FOK!Sinterklaas. Uitslag maandagavond op FOK!radio, en natuurlijk ook op de FP. 

“Dokter, ik weet niet wat er aan de hand is met me. Ik ben onrustig, leid aan stemmingswisselingen, en om u de waarheid te vertellen, er is iets aan de hand met mijn erectie.”
“Met je erectie? Klaas, jongen, dat is echt niet zo gek hoor, op jouw leeftijd! Hoe oud ben je ook alweer?”  Klaas zucht eens diep. “Tja, ik ben alweer 1742 jaar oud, de tijd gaat snel.”
De vriendelijke Spaanse huisarts schiet in de lach. “Dan is het echt zo gek niet hoor, dat je die ouwe jongen van je niet meer overeind kunt krijgen!”
“Niet meer overeind kunt krijgen? Was dat maar het probleem! Maar integendeel, ik loop 24 uur per dag rond met een stijve staf! Binnenkort hoop ik in verband met mijn verjaardag weer af te reizen naar Nederland, maar de enige plek waar ik aan kan denken zijn de wallen, in Amsterdam!”
De dokter verschiet van kleur. Zoveel openhartigheid is hij niet gewend van zijn oudste patiënt. Hier moet hij toch eerst even over nadenken. “Hoelang heb je dat al? Die… eh… langdurige erectie?” Klaas glimlacht, en maakt een gebaar alsof hij het probleem nonchalant van tafel wil vegen. “Nog niet zo lang hoor, een paar honderd jaar, maar het valt me gewoon steeds zwaarder om een celibatair leven te leiden. Ik ben ook maar een mens, en ik deel altijd maar cadeautjes uit aan iedereen, maar ik weet wel, wat ik het liefste zou willen hebben…”  Zijn ogen krijgen een dromerige glans, waardoor hij ineens jaren jonger lijkt. Dan komt er een felle blik in zijn blauwe ogen. Hij staat op en slaat met zijn vuist op tafel. “Ik wil néuken, potverdorie! Dat is wat ik wil!”

De huisarts denkt diep na. “Kijk, in Spanje zou ik dat zeker niet doen, je hebt hier een reputatie op te houden. De buren houden je toch altijd in de gaten, en je hebt er niks aan om de paparazzi achter je heg te hebben liggen. Misschien is het inderdaad maar beter om dan in Nederland te … eh… nou ja, je weet wel. Maar ik zou dat wel goed organiseren, want als het uitlekt, dan ben je voorgoed je geloofwaardigheid kwijt. Misschien is er iemand die je in vertrouwen kunt nemen als je in Nederland bent?” Sinterklaas denkt na, en knikt dan bedachtzaam. “Ja, ik denk dat ik Hoofdpiet maar in vertrouwen ga nemen.”

Als Sinterklaas zijn diepste wens kenbaar maakt aan Hoofdpiet, wordt diens huid een paar tinten donkerder van schrik. Helemaal, als hij hoort dat hij het mag organiseren, dat Sinterklaas, als hij aankomt in Nederland op discrete wijze naar de Wallen kan gaan. “Ga maar googlen of zo, en maak maar een afspraak voor me. Graag wel een oude hoer, want het leeftijdsverschil zal toch al wel gigantisch zijn, “ zucht Sint, terwijl hij al aardig de kriebels begint te krijgen. Maar hij wil het doorzetten. Hoofdpiet zucht diep. “Ik heb er wel moeite mee, Sint, maar het is uw leven.”

Een paar weken later is het zover. De bootreis lijkt voor Sinterklaas tien keer langer te duren dan normaal, en voor het eerst baalt hij van zijn eigen tradities. Hij had dit keer veel liever een speedboot gehad, dan een stoomboot! En bij de gedachte aan het avontuur dat hem te wachten staat komt de stoom uit zijn oren. Eerst moeten alle formaliteiten afgehandeld. De intocht, waarbij de burgemeester aanwezig is, en al die kinderen op de kade die daar op hem staan te wachten, laten hem dit keer koud. Wel wordt hij warm bij de gedachte aan de oude hoer, die Hoofdpiet toch maar mooi voor hem heeft weten te regelen. 

Die avond is het eindelijk zover. De pakjespieten gaan de daken op om alle cadeautjes door de schoorstenen te gooien en Hoofdpiet en Sinterklaas gaan voor hun belangrijke missie op pad. Ze moeten wel goed oppassen, dat ze niet gezien worden. De oude hoer werkt niet meer in de Rosse buurt, dus dat scheelt een hoop mensen die de Sint zouden kunnen zien. Nee, deze dame is al lang met pensioen en is te vinden in een achteraf-steegje in Amsterdam. Maar voor Sinterklaas wil ze graag een uitzondering maken.

Hoofdpiet brengt Sinterklaas naar het adres dat hij heeft opgekregen en trekt zich daarna discreet terug in een kroegje iets verderop. De hoer maakt de deur open, en Sinterklaas schrikt een beetje.
“Kind, je loopt in je ondergoed! Dat is toch veel te koud!” De hoer was er op voorbereid dat Sinterklaas totaal geen ervaring heeft op seksueel gebied, maar dat hij zó onervaren zou zijn, dat had ze niet gedacht.
“Kom maar verder,” zegt ze. “En vertel me dan maar eens wat ik voor je kan betekenen.” Het gekke van de situatie is, dat Sinterklaas zijn erectie voelt verslappen. Na al die tijd gaat zijn wens in vervulling en nu laat zijn ouweheer het afweten?
“Kom maar bij me op schoot zitten, en zing maar een mooi liedje voor Sinterklaas,” zegt hij daarom gewoontegetrouw. De hoer moet een beetje lachen, maar goed, als de man dat nou zo graag wil.
Ze gaat in haar mooie lingerie op de schoot van Sint zitten en zingt zachtjes met een zwoel stemgeluid in zijn oor:
“Sinterklaas, Goedheiligman,
trek je beste tabberd an,
Rijd er mee naar Amsterdam,
Van Amsterdam naar Spanje,
Appeltjes van Oranje,
Pruimen aan de bomen,
Sinterklaas zal komen!”

Sinterklaas knikt instemmend. “Een mooi lied,” zegt hij. “Goed gezongen, kind!”
“Misschien wilt u mijn appeltjes zien? En mijn pruimpje? En zal ik Sinterklaas dan eens even lekker laten komen?”
De erectie van Sinterklaas behoort nu écht definitief tot het verleden en hij springt opeens op, zo vlug, dat de hoer van zijn schoot op de grond tuimelt.
“Nee, nee en nog eens nee!” roept hij kwaad. De hoer wil hem graag op zijn gemak stellen en het lijkt haar ook een eer om de Sint te mogen ontmaagden.
“Nog een liedje? ‘Sinterklaas kapotje…’”

Maar Sinterklaas is al weg. Zo snel zijn oude benen hem kunnen dragen rent hij alle trappen af en slaat met een klap de voordeur achter zich dicht. Hijgend staat hij eerst een poosje op adem te komen. En dan mompelt hij: “Ik ben een Goedheiligman en dat zal ik blijven ook. De rest van mijn leven zal ik celibaat zijn, en dat is me altijd goed bevallen. Hoe kan ik ooit nog een kind in de ogen kijken als het zingt dat ik de goede Sint ben?”

In het café treft hij Hoofdpiet. “Is het gelukt?” vraagt Piet ongemakkelijk. “Nee,” antwoordt Sint blij, “het is niet gelukt. Gelukkig maar!”