Utopia

Een oude man met een cowboyhoed bekijkt de gruwelen van de wereld. Hij ziet tasjesdieven, drugsdealers en jonge vrouwen die als hoer moeten overleven. De oude man moet er zelfs een beetje van huilen. Sharon den Adel heeft het er ook moeilijk mee. De zangeres van Within Temptation staat machteloos tegen een muur gedrukt en staart een beetje voor zich uit. Tegenover haar staat Chris Jones, een zanger die rechtstreeks uit een boyband van het vorige decennium lijkt te zijn weggelopen. Hij doet zijn ogen zachtjes dicht tijdens het zingen, waarschijnlijk om zichzelf af te schermen van de vreselijke wereld om hem heen. ‘Why does it rain, rain down Utopia?’ zingen ze.

Ja, het nummer Utopia van Within Temptation heeft een moeilijke clip, de kitsch druipt ervan af. Toch geloof ik er graag in, geloof ik Sharon als ze vertwijfelt uitroept waarom het nu toch regent daar in Utopia. Het is wel fijn, vind ik, dat het zelfs in Utopia niet altijd lekker weer is. Het begint nu daadwerkelijk te regenen in de video, maar niet zo lang. Sharon en Chris worden nauwelijks nat. ‘Help us we’re drowning,’ zingen ze samen. Mooi, zo’n kreet om hulp aan de luisteraar. Ik kan ze niet helpen, maar dat geeft geen schuldgevoel. Dat is het fijne van dit soort muziek, baden in de ellende van anderen geeft je zelden een schuldgevoel.

Ik luister graag naar moeilijke muziek. Niet muziek die muzikaal ingewikkeld is, maar muziek waarin wordt benadrukt hoe moeilijk het leven is. Ziekte, eenzaamheid, dood, en al die andere thema’s waar emo’s verzot op zijn. Joy Division, Porcupine Tree, Editors, maar ook steeds meer White Lies en Placebo. En nu dus Within Temptation. Wel het Within Temptation dat de periode van het grunten ver achter zich heeft gelaten en de brandende doodskoppen in een kist heeft opgeborgen. Op het middeleeuwse rokkostuum van Sharon na, zou je zelfs bijna niet geloven dat dit ooit een echte gothicband was. Het is er echter allemaal ook niet veel vrolijker op geworden.

Mijn levensinstelling is volledig positief, dat mag je best weten. Toch is er een externe factor die er dit jaar voor heeft gezorgd dat ik me regelmatig kut voel. Een externe factor die er mede de oorzaak van is dat ik graag luister naar nummers waarin mensen zingen hoe kut hun leven is. Het is raar om je vader een externe factor te noemen, al is hij sinds een halfjaar meer extern dan ooit tevoren. Met de dag raakt hij verder weg. Waar hij is weet ik niet, waarschijnlijk nergens. Dat heb je meestal met mensen die doodgaan, die zijn nergens meer. Al een half jaar lang is hij nergens, maar nog steeds heb ik het idee dat ik hem dagelijks iets meer kwijtraak.

Het leven is een geschenk, zeggen mensen wel eens, een groot geschenk. Het leven is geen plaktatoeage gratis bij een OLA ijsje, nee iets wat veel groter is. Een geschenk van God, zeggen mensen ook vaak. Als God iets schenkt is het meestal groot. Vergeving, de mensheid, dat soort dingen. Ik geloof niet in God, maar geloof best dat het leven een geschenk is. Dat geschenk moet je niet in een stoffige kast laten wegrotten, dan kan je het beter gelijk weggooien. Nee, je moet het oppoetsen, steeds weer nieuwe kanten ervan ontdekken, totdat het geschenk zijn natuurlijke houdbaarheidsdatum heeft gepasseerd. Mijn vader heeft zijn geschenk nooit helemaal kunnen benutten, het ging voortijdig kapot. Als het leven een geschenk is, is de dood een kutkado.

Terwijl ik dit schrijf regent het in Utopia. Dat vrolijkt me weer wat op. Ik ben ook best gelukkig, al zit het geluk de laatste tijd soms een beetje verstopt tussen de regels. Ik zie Chris Jones die met zijn ogen knijpt en ik moet lachen. Stel je niet zo aan man. Met je regen. En als het leven daadwerkelijk een geschenk is, bestaat er vast ook zoiets als licht aan het eind van de tunnel en zonneschijn na een fikse regenbui.