De stinkende zak van sinterklaas

Tijdelijke UserIconDoe mee met de FOK!-Sinterklaascolumnwedstrijd. Raad welke columnist welke column heeft geschreven, en schrijf je vermoeden in de comments onder de columns! Alle columns waarvan jij de schrijver kunt proberen te achterhalen, worden gepost onder het pseudoniem FOK!Sinterklaas. Uitslag maandagavond op FOK!radio, en natuurlijk ook op de FP. 

Sinterklaas heb ik nooit gezien in mijn jeugd, laat staan zijn donkere Pieten. Er werd snoeihard gebonsd op onze voordeur en daarna liepen de lafaards snel weg. Volgens mij gebeurde het niet zelden dat zijn paard struikelde op de trap, of het moet een vloekend paard zijn geweest dat op onze buurvrouw leek. Het geluid was van een paard, dat was zeker.
Ieder jaar weer stond daar die grote, stinkende jutezak voor onze deur. Van ongeveer 1960 tot 1968. Acht barre jaren met die ouwe zemelaar en zijn Zwarte Pieten. Waarom bar? Ik denk dat het 1966 was. Mijn moeder deed geheimzinnig. Zij bezat de kunst ons te laten geloven dat het om heel wat zou gaan dit jaar. Grote cadeaus! De inmiddels verrotte zak van de Sint werd neergegooid voor de deur, met nog een harde bonk erachteraan. Zijn zak stonk erger dan alle voorgaande jaren. Het kreng werd ook nooit fatsoenlijk gewassen. Hoe kun je daar nu kinderen in vervoeren! Maar het was vreemd deze keer, heel vreemd. Er kwam nooit een harde bonk achter het neergegooid van de verrotte zak. Ik weet ook nog hoe het snoep naar de stinkende zak van Sinterklaas stonk. Toch maakte het zoet het bitter van de zak van de Sint minder erg.


Zoals altijd deed mijn moeder de deur open, want mijn vader bezat het enthousiasme niet dit op een kindvriendelijke manier te doen. Ze deed de deur open en vrijwel direct kreeg ze een groot gevaarte op haar hoofd. Een sjoelbak! Het papier om de sjoelbak mooi in te pakken zou de waarde van de sjoelbak overstijgen. Er stond ’Voor allemaal’ op een wit A4-tje dat er aan geplakt was. We waren er met zijn zessen zo blij mee, je kunt je dat nu moeilijk voorstellen. Wekenlang speelden we met de sjoelbak. We poetsten het glijvlak zo goed dat de stenen het verlengde van de sjoelbak ook pakten. Het was alleen zo jammer dat er geen verlengde was. Ze vlogen al snel door de kamer als ongeleide projectielen. Soms, heel vaak eigenlijk, was dat nog leuker dan sjoelen. Totdat de kat geraakt werd en het spelletje dood speelde, voor altijd. Mijn vader en moeder besloten nooit meer ‘iets voor allemaal’ te geven omdat het niet werkte met zes kinderen met ADHD. Niet dat ADHD toen bestond, maar het werd wel bij ons thuis voor het eerst ontdekt.


De rest van de cadeaus werd uitgepakt. Altijd iets functioneels: sokken, een pyjama, soms een zelfgebreide trui waarvan mijn moeder al weken zei dat die voor haar broer was. De rest was snoep: taaipoppen, meestal van de Sint en zijn knecht, soms zat er ook een chocolade-uitvoering bij. Pepernoten en kruidnoten. En nog wat ander onbetekenend, sterk gekleurd snoep. Ik borg mijn kostbaarheden zorgvuldig op onder mijn bed dat ook mijn broers bed was. We lagen gestapeld met zijn vieren in een kamer van vier bij drie. Het was niet anders, mijn vader was een metaalarbeider. We hadden het echt niet slecht, maar zouden nu tot de absolute minima horen wanneer je met zulke cadeaus aan zou komen als ouder. Toch heerste er een soort gezelligheid gekoppeld aan een menselijke warmte. Een o zo herkenbare kneuterigheid die ik nu nog zelden tegenkom. Er waren gewoon sterke voordelen tegenover deze tijd. Sinterklaas en zijn Pieten waren nooit dronken. Het waren absoluut geen praktiserende pedofielen. Je kon je kinderen dus rustig op schoot laten zitten zonder dat je kind opgetild werd zonder handen. Of dat Sint en of Piet haar vol op de mond wilden kussen. Men kon ook gewoon snoep aannemen van zijn knechten, het kon allemaal. Er was een totaal ontzag voor de politie en de goedheiligman. Dat is nu wel anders. Wanneer er nu een dronken Sint wordt aangehouden, wordt niet alleen de agent verrot gescholden, maar bemoeid iedereen zich er ook nog mee. De goedheiligman is met een beetje geluk alleen een tbs-er die er wat bij wil verdienen. In het slechtste geval een overvaller die op weg is naar zijn tweede klus van de avond.
Pakjesavond red je niet meer met een stinkende zak van de Sint. Nu komen er overal Sinten en Pieten aan huis. Zelfs Jan Modaal laat ze opdraven. Dit is gekomen na wat ernstige ongevallen met buurmannen en vrouwen. Ze hadden namelijk alles neergezet voor de betreffende deur, wilden wegrennen en kwamen erachter dat ze zichzelf ingebouwd hadden, zoveel zouden de twee blagen van de buren krijgen. Om toch op tijd weg te komen, doken ze onverantwoord de portiektrap af met alle gevolgen van dien. En het waren altijd de mannen en vrouwen zonder kinderen, dat begrijp je.


De zak van de Sint is een vrachtwagen geworden, de kneuterigheid heeft plaatsgemaakt voor jaloezie. De warmte voor meer en groter, vooral duurder ook. Ik heb hem nog, die stinkende zak. Waar je vroeger zo een hekel aan had en die je nu zo kan koesteren. Gek eigenlijk.