Niets meer te roken

Wel koffie in huis, maar geen koffiefilters. Wel shag, maar geen vloeitjes. Wel een peuk, maar geen vuur. Achter de computer zitten en geen netwerkverbinding hebben. Het lijken futiliteiten, maar als het je overkomt, mag de hele wereld in elkaar storten. Je hebt een acuut probleem, dat per direct dient te worden opgelost. En juist die probleempjes zijn onoplosbaar, omdat winkels nu eenmaal dicht gaan en je internetprovider ook niet altijd even bereikbaar is.
Pleurt dan maar op met je natuurrampen en hongersnoden! Die Filipijntjes en Afrikaantjes weten pas wat échte ellende is, als ze laat op de avond geen sigaret meer kunnen rollen! Huiselijk geweld? Je wilt niet in huis wonen met Thako zonder een peuk!

Dit is niet overdreven. Ik word werkelijk een enorme asociale hond, als ik op mijn gezette tijden geen koffie kan zetten of niets meer kan roken. En ik word een enorme pleurisleijer, als ik bijna alles in handen heb en dan slechts dat éne element mis. Als ik alleen vloeitjes heb, sloop ik oude peuken uit mijn asbakken open, maar zonder vloeitjes kan ik helemaal niets! Pissig dat ik dan word!

Maar net als met de meeste ellende is het weer over als ik de volgende morgen het tankstation uit stap en het eerste shaggie rol. Als mijn auto weer wordt gevuld met die vreselijke walmen en ik de nicotine weer diep in mijn longen zuig. Dan is Thako weer een gelukkig man. De eerste kop koffie op kosten van mijn baas, brengt me vervolgens zelfs in een enigszins euforische stemming.
Het is een beetje zoals met de griep. Als je het hebt wil je dood. De eerste dag dat je weer normaal lucht hebt, ben je de pijn, de misselijkheid, het kotsen en het afzien alweer vergeten.

Blijkbaar werkt de menselijke geest op die verknipte wijze. Als je de diagnose teelbalkanker te horen krijgt, lijkt de wereld in te storten. Als op je computer de pleuris uitbreekt dus ook. Achteraf schaam ik me dan haast dood, maar het is dus daadwerkelijk hetzelfde gevoel. Niet dat ik ooit de diagnose teelbalkanker heb gehad, maar over vreselijk nieuws kan ik nog best wel meepraten. En ik voel daadwerkelijk mijn ballen indalen als ik mijn mail niet meer kan checken.

Nu zou je denken dat je na vier- en veertig jaar enig relativeringsvermogen hebt ontwikkeld. Over het algemeen is dat bij mij ook wel het geval. Zelfs van de echt grote problemen raak ik niet meer meteen in paniek. Grote tegenslagen in mijn werk of in de privésfeer zie ik inmiddels als “uitdagingen” en los ik ook wel weer op. Terwijl ik tien jaar terug nog het liefst wegrende en als een kip zonder kop nog een aantal extra domme acties uithaalde om de problemen te vergroten.
Dat  relativeringsvermogen verdwijnt echter als sneeuw voor de zon bij kleinigheden. Voor een peuk en een kop koffie zou ik soms haast een moord doen.

Ben ik nu de enige? Volgens mij reageren velen op dezelfde verknipte wijze op het nieuws en de media. Complete dorpen die worden weggevaagd door een orkaan. Met HIV besmette kinderen in Afrika. Kinderarbeid in het Verre Oosten. Smeltende ijskappen. Natuurlijk wordt er aandacht aan besteed en gelukkig zijn er nog mensen die zich er druk over willen maken. De media-aandacht haalt het echter niet bij de laatste onthullingen over het seksleven van Jantje Smit of bij de laatste aflevering van “Boer Zoekt Vrouw”. Ik heb niet eens een gezicht bij “boer Jos”, maar half Nederland leeft mee met zijn liefdesleven en droomt stiekem over de SBS6-versie, waarin de eerste boer voor de camera wordt “gemolken” door zo'n boerin in opleiding.

Laat ik het zo zeggen. Mij interesseert het geen reet wat de bekende of minder bekende Nederlander uitvreet. Het zijn de televisie-momenten waarin ik koffie zet, ga pissen of shag én vloei ga halen. Anderen zouden liever stoppen met roken dan RTL Boulevard te moeten missen.

Toch zou ik er een hele week Shownieuws voor over hebben, als Patty Brard op het cruciale moment een pakje vloeitjes in mijn brievenbus dumpt.