Wat zou jij doen?

‘Nog snel eet Paul een boterham voor hij te bed gaat. Vandaag was een drukke dag. Hij is met zijn moeder wat aan het kletsen als hij plots schrikt door een enorm kabaal van mensen die schreeuwen en op de deuren in de straat beginnen te bonken.  Herdershonden blaffen angstaanjagend. Pauls moeder staat verstijfd in de kamer. Paul zelf sprint via de achterdeur naar buiten. Hij hoort dat de deur wordt ingeschopt. Hij begint te rennen. Uiteindelijk bereikt hij het huis van meneer van Kalshuis van wiehij tot voor kort pianoles van kreeg. De gordijnen zitten dicht, maar hij herkent de heer des huizes aan een schim aan de zijkant. Meneer Kalshuis doet een stukje van het gordijn opzij en kijkt Paul recht in de ogen.’ Zou jij de deur open doen? Zou jij de deur voor Paul opendoen en hem laten onderduiken?


Dit dilemma is in een onderzoek aan een grote groep Nederlanders voorgelegd. Volgens dit onderzoek zou ongeveer 80% de deur hebben opengedaan en Paul hebben laten onderduiken. In werkelijkheid zou nog geen 5% de deur opendoen. Ik zou niet weten of ik de deur zou hebben opengedaan. Uiteraard zou ik de deur open moeten doen, maar op dat moment zou er van alles door mijn hoofd gaan. Praktische zaken die betrekking hebben op mijn eigen veiligheid. De veilgheid van mijn gezin. Ik weet dat het de goede keuze zou zijn om open te doen, maar misschien ben ik wel onverschilliger en egocentrischer dan ik durf toe te geven en maakt een gevoel van angst zich van mij meester.

Er is door een wijs man eens beweerd dat de mens van nature niet slecht is, maar dat de onverschilligheid van goede mensen het kwaad toelaat in deze wereld. En dan heb ik het hier niet over de priester in de zeer vermakelijke film ‘The Boondock Saints,’ die in deze scene de film zo een moraal geeft, maar over de filosoof Immanuel Kant. Een ontzettend saaie vent, die naast zijn geestige visie op het huwelijk (het huwelijk is slechts een verbintenis tot het gebruik van elkaars geslachtorganen) niet veel luchtige dingen heeft beweerd. Neen, Immanuel is nog saaier dan een spelletje ganzenborden op een zondagmiddag met Hirsch Ballin. Niet bepaald een ‘funnyman’ die Immanuel.

Gelukkig leef ik in een wereld waarbij ik hopelijk nooit word geconfronteerd met bovenstaand dilemma. Misschien dat de deur dan namelijk dicht zou blijven. Ondanks dat ik weet wat de goede keuze zou zijn, ben ik bang dat ik er misschien niet naar zal handelen. Ondanks dat ik weet dat ik door mijn onverschilligheid en het sluiten van de gordijnen het kwaad toelaat in deze wereld. Misschien kom je er pas achter wanneer je daadwerkelijk wordt geconfronteerd met bovenstaand dilemma. Het loopt voor Paul overigens goed af. Meneer Kalshuis laat Paul onderduiken. Paul overleeft de Tweede Wereldoorlog. Hij is inmiddels opa van zeven kleinkinderen. Wat zou jij doen?