De sleur van het schoolleven

Column door XiNoN

De lucht is blauw, het zonnetje lacht, lekker warm bedje, zeg maar... nou, je weet het wel. Er was weer een nieuwe dag aangebroken, en wat voor een. Donderdag, om precies te zijn. Genoemd naar de Germaanse god Donar, voor zover ik weet. Maar dat doet er niet toe. In mijn waas van half wakker, half slapend leg ik de zware weg af naar de badkamer. Allemachtig, wat zie je eruit Leon, als 17-jarige, met wallen onder je half geopende ogen. Nadat ik mezelf in mijn kleding gehesen heb, begeef ik me naar de keuken, waar ik tot mijn grote spijt alleen maar oud brood vind in de broodbus. Geen tijd om te ontbijten dus. Op de fiets naar school bedenk ik mij dat ik weer eens vergeten ben om mijn haar te doen. Met lichtelijke schaamte kom ik dan ook aan bij m'n kluis, waar ik haar weer zie, dat ene meisje. Half gewassen, zonder gel in m'n haren, hoeveel slechter kan ik het treffen vandaag?

Vast niet veel slechter dan dit. Het kon niet anders. Wacht, ze kijkt naar me. In haar ogen zag ik een glinstering van blijdschap, of was het medelijden? Het moet wel het tweede geweest zijn, daar was geen twijfel over mogelijk. Ondertussen was ik vanuit halfslaap in een halve depressie beland. Nog zeven lesuren zou ik vastzitten hier op school, samen met m'n klasgenoten, samen met de leraren, samen met... haar. Na vijf jaar op deze school weet ik haar naam nog steeds niet. Misschen heet ze wel Kim? Of Evelien? Nee, daar is ze niet het type voor. Als ik geld zou hebben zou ik het inzetten op Jermaine. Ja, dat moet het zijn, Jermaine. Waarom? Dat weet ik niet. Daar had ik nog zes lesuren voor over om over na te denken.

Op schoolfeesten durfde ik nooit op haar af te stappen, daar ben ik te verlegen voor. En waarom moeten meisjes altijd lopen in kluiten? Zo wordt het er niet makkelijker op. Hoe oud zou ze eigenlijk zijn? Waar zou ze wonen? Allemaal vragen die ik niet kon beantwoorden. Maar ik wist dat dit de juiste dag was. De juiste dag om op haar af te stappen.

Concentreren kon ik me niet tijdens het tweede en derde uur, maar daar waren de leraren en ik ondertussen wel aan gewend. Opletten deed ik wel als ik een half uur leerde de dag voor de proefwerkweek. In mijn onbezonnenheid, ook wel bestempeld als de puberteit, kon ik Jermaine niet uit m'n gedachten zetten. Wanneer zal ik op haar afstappen? Wat zal ik zeggen? Weer alleen maar vragen zonder antwoord. Aan mijn buurman heb ik ook niks, hij doet alsof ik lucht ben. Zal ze weer zo'n glinstering van medelijden in haar blik hebben? Passen mijn schoenen wel bij deze broek? Ik bedacht me opeens dat de kleine pauze een goed idee was, ja, dat was het juiste tijdstip. Aan het feit dat ik nog twintig minuten heb voordat die pauze er is, heb ik nog wat houvast.

De bel gaat. Het derde uur is afgelopen. Pauze voor de bovenbouw, betekent dat. Zit ze eigenlijk wel in de bovenbouw? Ja, dat moet wel, ik heb haar eerder in de kleine pauze gezien. Gestaag gaat de stoet leerlingen richting de aula. Mijn hongergevoel komt op, tijd om een broodje te kopen. Afstappen op een meisje als je een lege maag hebt is geen goed idee. Ik loop naar de kantine en ga in mijn vaste hoekje staan. De leerling naast me wordt geholpen. Nadat hij weggelopen is, komt er iemand anders naast me staan. Tot mijn grote schrik zie ik dat het Jermaine is. Ze wendt haar blik naar links, haar ogen gefixeerd op de mijne. Weer die glinstering, maar deze keer positief. De wereld lijkt langzamer te gaan. Weer een glinstering. Haar mond beweegt, ze staat op het punt iets te zeggen. Haar lippen vormen een kleine cirkel. Ik zweef dichterbij, al is dat fysiek onmogelijk. Onze neuzen zijn enkele millimeters van elkaar vandaan. En dan... gaat de bel. Geen gewone bel, meer een wekker. Jermaine en ik worden van elkaar vandaan gerukt alsof we allebei aan elastiek vastzitten. Op dat moment schrik ik wakker.

Kramp schiet in mijn kuit. Ik ben wakker geworden met het gevoel dat ik viel, heel diep. De wekker zegt 6:30, weer een nieuwe dag aangebroken. Donderdag, om precies te zijn. Genoemd naar de Germaanse god Donar, maar dat doet er niet toe. Ik herinner me niet meer wat ik gedroomd heb en ik heb het idee dat ik al een hele dag op school heb gezeten. Onmogelijk, ik lag de hele tijd in bed. In mijn halfslaap leg ik de zware weg af naar de badkamer. Allemachtig, wat zie je eruit Leon, als 17-jarige, met wallen onder je half geopende ogen. Opeens verschijnt het beeld van Jermaine in de spiegel. Ze is een vriendin van school, ik ken haar al jaren. Ze woont in dezelfde stad en is 16 jaar oud. Waarom ze verschijnt weet ik niet. Ik hijs mezelf in mijn kleding en ga naar beneden. Een déja vu komt boven als ik merk dat er alleen oud brood in de broodbus zit. Dan maar geen ontbijt. De gelpot staat te lonken. Zo, wat gel in je haar, dat doet je goed. Op de fiets probeer ik die droom weer voor me te halen, maar het lukt niet. Erg belangrijk is hij dus niet. Ik zet m'n gedachten op die zeven lesuur die ik heb vandaag. Vol zelfvertrouwen kom ik aan op school. Jermaine komt naar me toe, zoent en omhelst me. Ze lacht naar me, met haar lieve gezicht. Hoeveel beter kan ik het treffen vandaag?