Moeder Natuur

Western-Bulddog stuurde via de Columnsubmit de volgende column in:

Een heldere nazomerdag in september van het jaar 1999. De zon is feller dan gewoonlijk aan de rand van het vrolijke kerkhof in de Stad van het Vrije Denken. In hun bloemenstal overwegen twee mannen of het verstandig is nog bloemen te verkopen die afkomstig zijn van begrafenissen waar zij zich verhuren als begeleiders van kisten. Zij besluiten dat dit de laatste dagen zijn, kleden zich om en lopen in zwarte pakken naar de gietijzeren poort, waar zij wachten op de kist.

'Hoe kunnen jullie ingaan op de tranen van al die begrafenissen, terwijl jullie hier zijn voor de bloemen?' klinkt een ijzige en donkere stem vanuit het magere Mohammedaans getekend gezicht tussen de medebegeleiders. Voor er een antwoord kan komen, stopt de vuilniswagen met achter op de kist. Met haast piepende banden komen de duurste volgauto's tot stilstand, waaruit zacht lachende mensen stappen - de gezichten bedekt met vage doeken, behalve dat van de moeder.

Negen ingehuurde misvormde huilebalken, allemaal met één te korte arm en slechts vier vingers, worden uit de varkensstal geslagen door hun vader. 'Huilen. Niksnutten, zo krijg ik betaald. Huilen. Varkens, daarvoor heb ik jullie op de wereld gezet. Huilen. Mismaakte schepselen, dan geef ik jullie te eten. Huilen. En vergeet jullie verdomde tekst niet. Huilen. Daar is ze gevoelig voor. Huilen. Zorg dat ze erin gaan geloven. Huilen. Ik wist dat jullie zo op de wereld zouden komen...'

Met een gouden koord om de nek van de moeder nek in de ene hand, en een roestige ijzeren ketting om de nek van een misvormde huilebalk in de andere hand, lopen in acht verschillende kleuren groen geklede gestalten, in een colonne, achter de moeder en de kist aan. De huilebalken jankend naast de colonne: 'U bent de wereld, u bent de bestuurder van het land. U bent de wereld, u bent de belangrijkste aandeelhouderhouder van ons geweten. U bent de wereld, de zakenvrouw van de eeuwigheid.'

In the blues of live slaat de voorste en oudste begeleider van de kist, een zwarte oude man met scherpe gelaatstrekken en een voor zich uit starende blik vanuit een paar koolzwarte ogen, op een trommel. Op de hardhouten doodskist staat met gouden letters 'De Wet' geschreven. Zacht gelach vanuit de colonne, het gejank van huilebalken en het slaan op de trom galmend over de dodenakker maken de daar levende grijze muizen angstig. Zij houden zich stil of trekken zich terug.

'Wij redden zoveel Leven als mogelijk.' 'Geef geld voor The Living Planet? Uw vertrouwen is veilig bij ons.' 'Nooit te laat voor een goed begin', galmt als grafredes in de stilte nadat alle gestalten halt houden rondom een diep gat in de grond, waarin de kist ligt met staande en levende kinderen erop. De moeder gooit een pluche beestje naar de kinderen, die zorgvuldig begraven worden onder de pluche beesten die daarop volgen, onder het zachte gelach van onder de vage doeken. En de moeder, die huilt.

Zes jaar later is het nog stil op de akker. 'Er klopte iets niet met deze begrafenis.' En het is de zwarte begeleider van de kist met diezelfde koolzwarte blik, die de moeder, die al die jaren als laatste huilende bij het graf is blijven staan, teder opzij duwt. Haar eens zo'n oorspronkelijke gezicht kijkt hem, vanuit het niets, afgrijselijk en uitgeleefd aan. Met de begeleiders van toen graaft hij de kist open en vindt een boek... over het misleiden van goedgelovige mensen in de wereld.